Oud-international Tjerk Smeets start op 1 februari als de nieuwe Technisch Directeur van de KNBSB
(Foto: Rob Jelsma)
Tekst: Erik Jan Homan
Voormalig honkbal-international Tjerk Smeets (37) begint 1 februari als Technisch Directeur bij de KNBSB. Hij komt over van Ajax. Bij de Amsterdamse voetbalclub was Smeets sinds 2013 teammanager. “Dat ik terug zou keren naar het honkbal wist ik wel, maar op welke manier niet. De functie van Technisch Directeur had ik totdat het concreet werd niet bedacht.”
Smeets heeft nooit iets met voetbal gehad. Daar maakt hij geen geheim van. “Nog steeds heb ik niets met voetbal. Ajax benaderde me. Als geboren en getogen Amsterdammer is dat toch interessant. Eerlijk gezegd: als er een vacature was, had ik niet gereageerd.” Smeets was op dat moment assistent-bondscoach en marketingmanager bij de KNBSB. Daags na het World Port Tournament van 2013 draaide hij met Ajax mee in de voorbereiding van het seizoen 2013-2014.
Geen training gemist
Op 7-jarige leeftijd kwam Smeets in aanraking met Honkbal. Zijn ouders vonden dat hij op een teamsport moest. “De meeste jongetjes van mijn leeftijd zaten op voetbal, maar dat kon ik niet en vond ik niet leuk. Mijn moeder stelde honkbal voor. Ik ben naar een training van honkbalclub ABC in Amsterdam gegaan. Dat was begin ’88 en totdat ik in 2010 stopte als actief speler heb ik geen training gemist.
Als iets leuk is, ben je bereid er hard voor te werken. Daarnaast heb ik de mazzel gehad dat er goede coaches op de jeugdteams van ABC zaten. Op m’n elfde kreeg ik een uitnodiging voor een try-out van het Nederlands team. Dat haalde ik niet, maar het gaf aan dat ik wel wat kon als honkballer. Dat motiveerde ook om nog beter te worden.”
Na het behalen van zijn vwo-diploma besluit Smeets om in 1998 naar de Verenigde Staten te gaan om te studeren en voornamelijk honkballen. “Als Amsterdamse jongen kom je in een cultuur terecht van Division 1 honkballen. Ik speelde hier overgangsklasse. Daar kwam ik jongens tegen die elke dag op topniveau bezig waren. Die achterstand liep ik door hard werken stukje bij beetje in. In Amerika heb ik heel veel geleerd over het spel, maar ook over mijzelf en het leven.” Met de coaches die daar zaten, heeft Smeets nog contact. “Maar ook met medespelers. Sommige jongens spreek ik nog steeds. Dan heb ik het dus over twintig jaar geleden.”
De beste
Ook naast het veld wilde Smeets graag de beste zijn. “Met spelletjes bijvoorbeeld. Mijn zus Nynke en ik hadden serieuze battles. Tegenwoordig ben ik zo ver, dat ik mijn zoontjes Xavi (6) en Bodi (3) af en toe wel kan laten winnen. Maar als ik een potje Yahtzee zou spelen, ben ik pissig als ik niet win.”
Kort na zijn spelerscarrière maakte Smeets als assistent-bondscoach in 2011 onderdeel uit van het team dat in Panama wereldkampioen werd. “Ik weet niet of het mooier is om als speler of als coach wereldkampioen te worden. Als speler ben ik dat namelijk niet geweest. De blijdschap als coach was in ieder geval enorm. Je bent daar met het team verantwoordelijk voor, zowel de spelers als de staf.”
Als Technisch Directeur van de KNBSB begeleidt Smeets onder andere de coaches van alle Nationale selecties en is hij verantwoordelijk voor de talentontwikkeling. “Sinds dit jaar is er een samenwerking met het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) in Amsterdam. Daar is zowel voor honk- als voor softbal een fulltime programma. Zoals ik dat nu zie, loopt dat goed op beide vlakken. Het is de bedoeling dat het zowel groter, als beter gaat worden. Voor de ontwikkeling van jeugdige sporters is het neerzetten van een fulltime programma een stap in de goede richting.”
Nooit tevreden
Honkbal staat in 2020 voor het eerst in twaalf jaar weer op het programma van de Olympische Spelen in Tokio. “Dat betekent meer ondersteuning vanuit NOC*NSF. Als bond zijn er meer financiële mogelijkheden om de topsportprogramma’s uit te rollen. Vanuit sporters is het een uniek iets, een stipje waar je naar toe kan gaan werken. Daarom is het staan op het Olympisch programma van enorme waarde.”
Honk- en softbal zijn in Nederland kleine sporten en blijven dat volgens Smeets ook. “Het past niet in onze cultuur. Twee keer 45 minuten en een broodje kroket in de rust, dat is sportcultuur in Nederland.” De opleiding van honk- en softballers is niet gericht op Nederland. “Dat moet ook niet ons doel zijn. We leiden spelers en speelsters op om in de beste competities ter wereld uit te komen. In de Major League, Japanse Major League en in Korea spelen momenteel Nederlandse honkballers. Softbalster Britt Vonk speelt in Amerika en Eva Voortman balt komend seizoen in de Japanse competitie. Dat moet alleen beter en meer worden. Dat is een mooie missie.”
“Met de bonds-, talent- en performercoaches beschikken wij als relatief kleine bond over goede mensen. Maar niet alleen onder de coaches. Hoofd softbal Gonny Farley is enorm vakkundig en weet natuurlijk veel meer van softballen dan ik. Ben Thijssen zit op Curaçao en is daar een belangrijke spil voor de KNBSB. Het zijn niet zomaar mensen die spikes onder hun klompen slaan en gaan honkballen. Zij weten serieus wat ze doen. In beide sporten horen we bij de top van de wereld. Het niveau is goed, maar moet naar beter. Dat is de mooie taak die er ligt.”
